Verschillen melkgebit en blijvend gebit
Het blijvende gebit is geler van kleur omdat het glazuur van het blijvende gebit uit vrij netjes evenwijdig liggende kristallen is opgebouwd. Hierdoor kan door de lichtinval het gele tandbeen (dentine) doorschemeren. De kristallen van het glazuur van het melkgebit liggen minder netjes naast elkaar, waardoor het glazuur minder doorzichtig is. Vergelijk het met gebarsten glas dat ook minder doorzichtig en witter is dan onbeschadigd glas.
Het glazuur van het melkgebit is ook dunner en minder sterk. Hierdoor ontstaan er makkelijker gaatjes en slijt het glazuur van het melkgebit sneller. Op 7-8 jarige leeftijd kunnen de knobbels van de melkkiezen door het kauwen al zelfs zijn weggesleten. Ook wijkt het blijvende gebit qua vorm en grootte af van het melkgebit. Melktanden en hoektanden zijn kleiner dan de blijvende melk- en hoektanden. De nieuwe blijvende ondertanden hebben vaak een kartelrandje. Deze verdwijnen in de loop van de jaren als gevolg van slijtage door kauwbewegingen.
Op de plaats van de melkkiezen breken kiezen (premolaren) door die kleiner zijn en minder knobbels hebben dan de melkkiezen. De blijvende grote kiezen die daarachter doorbreken hebben diepere groeven (fissuren) die vaak moeilijker zijn schoon te houden. Om te voorkomen dat er gaatjes in de groeven ontstaan, kan de mondhygiënist sealants in de groeven aanbrengen. Voor meer informatie over sealen zie volgende wegwijzer.