Wisselen en doorbraak blijvend gebit

Op 5-6 jarige leeftijd begint de eerste wisselfase met het doorbreken van de eerste blijvende kiezen achter de melkkiezen en het los gaan staan van voortanden. De meeste kinderen merken niets van het doorbreken van de nieuwe blijvende kiezen. Doorbrekende blijvende kiezen zijn in die periode, net als het melkgebit, kwetsbaar voor het ontstaan van cariës. Het is daarom belangrijk ouders/verzorgers daarop te wijzen om het ontstaan van cariës tegen te gaan.

Blijvende tanden en kiezen hebben bij doorbraak al hun definitieve vorm en formaat en breken vaak scheef in de kaak door. Ze lijken ook relatief groot omdat de groeispurt nog niet begonnen is. Meestal lost de scheefstand zich vanzelf op, zodra de kaken gaan groeien. Soms breken de blijvende tanden net achter de melktanden door en ontstaat er een dubbele rij tanden dat voor het schoonhouden van de tanden lastig kan zijn. Ook hier lost het probleem zich meestal van zelf op.

doorbraak

Op bovenstaande afbeelding is te zien dat de kiemen van de blijvende tanden (in het rood) achter de melktanden liggen. Door beweging van de mond komen de melktanden los te staan en vallen deze er vanzelf uit. In een enkel geval zal de tandarts de melktanden moeten trekken. 

Naast dat het melkgebit wisselt, breken er achter het melkgebit ook 8 nieuwe grote kiezen en 4 verstandskiezen door. Het wisselen is meestal voltooid op 13-14 jarige leeftijd. Het blijvende gebit is echter pas compleet na doorbraak van de verstandskiezen (meestal tussen de 18-24 jaar). Soms breken de verstandskiezen helemaal niet door of zijn ze niet aangelegd (agenetisch). 

In het schema hieronder vindt u de doorbraaktijden van het blijvend gebit.

permanent-gebit

De wisseling van het melkgebit voor het blijvende volwassen gebit kan onderverdeeld worden in drie fases:

De eerste wisselfase.

Deze fase start meestal rond 6 jaar en eindigt rond het 8ste levensjaar. Deze fase begint vaak met het wisselen van de centrale snijtand van de onderkaak en/of het doorkomen van de 1e grote blijvende kies in de onderkaak. Deze volwassen kiezen wisselen niet, maar groeien achter de achterste melkkies. In de eerste wisselfase komen ook de volwassen kiezen in de bovenkaak door en zullen de 2e snijtanden onder evenals alle snijtanden boven wisselen.

De rustfase of intertransitionele fase.

Het gebit van kinderen van 9-10 jaar bevindt zich meestal in de rustfase. Tijdens de rustfase wisselen er geen tanden en komen er ook geen kiezen door, vandaar de naam rustfase. Echter gebeurt er in het kaakbot wel veel, de vorming van wortels van volwassen tanden en kiezen is in volle gang. Deze vorming van de wortels stuwt de blijvende tanden en kiezen omhoog, waarbij de wortels van melkkiezen en de melkhoektanden worden afgebroken.

De tweede wisselfase.

De tweede wisselfase start vaak met het wisselen van de hoektanden onder en/of de eerste kleine kies onder of boven. Dit gebeurt meestal rond de leeftijd van 10-11 jaar en deze fase eindigt rond het 13-14e levensjaar. Tijdens deze fase zullen normaal gesproken alle melktanden en melkkiezen worden vervangen door volwassen tanden en kiezen. Ook zullen tegen het eind van deze fase de 2e grote kiezen doorbreken achter de achterste kiezen. Vaak worden deze kiezen verward met de verstandskiezen. De verstandskiezen breken over het algemeen pas door rond een leeftijd van 18-24 jaar. Soms zijn de verstandskiezen niet aangelegd of is er geen ruimte om goed/volledig door te breken.